Leer over de Gewijde Schrift
Inhoudsopgave
De Gewijde Schrift of het Woord is het Goddelijke Ware zelf. 1 Opdat dus de mens niet in twijfel zou zijn, dat het Woord zodanig is, werd mij uit de Heer de innerlijke zin van het Woord onthuld; dit is in Zijn wezen geestelijk, en verblijft in de uitwendige zin is, die natuurlijk is, zoals de ziel in het lichaam is. 4 In het Woord is een Geestelijke Zin die tot nu toe onbekend is. 5 B. Die geestelijke zin is in alle en de afzonderlijke dingen van het Woord, dit kan niet beter worden gezien dan door voorbeelden, en deze zijn de volgende. 9 C. Het Woord is Goddelijk geïnspireerd en in elk woord Heilig en dit is vanuit de geestelijke zin. Gezegd wordt in de Kerk dat het Woord heilig is, omdat Jehovah God dit Zelf heeft gesproken. 18 D. De geestelijke zin is tot nu toe onbekend geweest. Dat alle en de afzonderlijke dingen die in de natuur zijn, overeenstemmen met geestelijke dingen, eender alle en de afzonderlijke dingen die in het menselijk lichaam zijn, is getoond in het werk 'Hemel en Hel', hoofdstuk 87-105. 20 E. De geestelijk zin van het Woord wordt niet aan iemand hierna gegeven, tenzij hij in de echte ware dingen uit de Heer is. De oorzaak hiervan is deze, dat niemand de geestelijke zin kan zien, tenzij uit de Heer alleen en tenzij hij in de echte ware dingen uit Hem is. 26 De letterlijke zin van het Woord is de basis, de samenhouder en de ondersteuning van de geestelijke en de hemelse zin ervan. 27 Het Goddelijk Ware in de letterlijke zin van het Woord, is in zijn Volheid, in zijn Heiligheid en in zijn Macht. 37 Onder de fundamenten van de muur van Nova Hierosolyma in de Apocalyps, (hoofdstuk 21), worden de ware dingen van de letterlijke zin van het Woord verstaan. 43 Onder 'de urim en thumim' worden verstaan de ware en de goede dingen van de letterlijke zin van het Woord. De urim en thumim waren op de efod van Aharon, door wiens priesterschap werd uitgebeeld de Heer ten aanzien van het Goddelijk Goede, en ten aanzien van het werk van de zaliging. 44 De ware dingen van de letterlijke zin van het Woord worden verstaan onder de kostbare stenen in de tuin van Eden, waarin bij Ezechiël de koning van Tyrus gezegd wordt te zijn geweest. 45 De letterlijke zin van het Woord wordt aangeduid met de gordijnen en de voorhangen van de tabernakel. Door de tabernakel werd uitgebeeld de hemel en de Kerk, en daarom werd de vorm ervan door Jehovah op de berg Sinaï getoond. 46 Door de uitwendige dingen van de tempel van Jeruzalem werden uitgebeeld de uitwendige dingen van het Woord, die zijn van de letterlijke zin. Dit is omdat iets eenders door de tempel als door de tabernakel werd uitgebeeld, namelijk de hemel en de Kerk, en vandaar eveneens het Woord. 47 Het Woord in zijn heerlijkheid werd uitgebeeld door de Heer, toen Hij van gedaante was veranderd. 48 De Leer van de Kerk moet worden geput vanuit de letterlijke zin van het Woord en daardoor worden bevestigd. 50 Het Woord wordt zonder de Leer niet verstaan. Dit is, omdat het Woord in de letterlijke zin uit louter overeenstemmingen bestaat, opdat de geestelijke en hemelse dingen daarin tegelijk of tezamen mogen zijn en ieder woord daarvan de samenhouder en de ondersteuning is. 51 2. De Leer moet vanuit de letterlijke zin van het Woord worden geput en bevestigd, dit is omdat de Heer daar en niet ergens anders bij de mens aanwezig is en hem verlicht en hem de ware dingen van de Kerk leert. 53 3. Het echte ware, waarvan de bron de Leer is, verschijnt niet in de letterlijke zin van het Woord aan anderen dan aan hen die in verlichting zijn uit de Heer. 57 Door de letterlijke zin van het Woord is er verbinding met de Heer en vergezelschapping met de engelen. 62 Het Woord is in alle hemelen en het is de bron van de wijsheid van de engelen. 70 De Kerk bestaat vanuit het Woord en is zodanig zoals zij verstaan wordt en begrip heeft van het Woord. 76 In alle afzonderlijke dingen van het Woord is het huwelijk van de Heer en de Kerk, en vandaar het huwelijk van het goede en het ware. 80 Ketterijen kunnen vanuit de letterlijke zin van het Woord worden aangenomen, maar om deze te bevestigen is verderfelijk. 91 De Heer is in de wereld gekomen om alle dingen van het Woord te vervullen en daardoor te worden het Goddelijk Ware of het Woord, ook in laatsten. 98 Vóór dit Woord, dat heden in de wereld is, is er een Woord geweest dat verloren is gegaan. 101 Door middel van het Woord hebben ook degenen licht die buiten de Kerk zijn en het Woord niet hebben. 104 Zonder het Woord zou niemand enige kennis kunnen hebben van God, van de hemel en de hel, van het leven na de dood en te minder van de Heer. 114


